Abt Jan van Xanten

Jan van Xanten, kruistochtprediker, diplomaat en abt

Jan van Xanten zal zijn (bij)naam zeker ontleend hebben aan de Duitse stad Xanten, een belangrijke Romeinse nederzetting met nu nog steeds een zeer goed bewaard Romeins kamp. Maar grenzen bestonden in de 12de eeuw niet en spreken van Duitsland, Holland of België is uit den boze:, er waren toen geen landsgrenzen zoals wij die nu kennen.

Jan van Xanten, geboren te Hildesheim (Dts.) ca. 1170. Na zijn opleiding in Keulen nam hij de leiding van de kapittelschool van Xanten op zich. Op 20 april 1212 wordt Jan scolasticus en door het kapittel afgevaardigd om in Saint-Quentin de aankoop van eigendommen in Rindelen (Neder-Saksen, Dts.) af te handelen. Rond 1220 wordt hij deken van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Aken.

Abt van de Trudoabdij

Toen in 1222, tijdens het twaalfde regeringsjaar van Frederik II, het tweeëntwintigste van Hugo, de bisschop van Luik, abt Christiaan van Stapel op 17 september overleed, richtte men tot magister Jan van Xanten, deken van de 0.-L.-Vrouwekerk te Aken, het verzoek om het abbatiaat van de abdij van Trudo te willen aanvaarden. De bisschoppen van Luik en Metz waren erg ingenomen met deze keuze en zij beloofden hem liefdevol hun steun in alle omstandigheden. Jan was echter niet zo overtuigd van het voorstel maar na pauselijke tussenkomst aanvaardde hij de uitnodiging en op werd hij op 20 april 1223 door de Romeinse Curie tot abt aangesteld. Dat is dit jaar (en zelfs volgende maand) precies 800 jaar geleden. Op dat ogenblik was de abdij in verval, de twee laatste abten konden de economische en geestelijke achteruitgang niet stoppen.  Dat de Truiense monniken een abt moesten zoeken buiten hun gemeenschap, zelfs buiten hun religieuze orde, zegt veel over de ernst van de toestand.

Pauselijk kruistochtprediker

Of hij actief heeft deelgenomen aan de vierde kruistocht (1202), die eindigde met de verovering van Constantinopel in plaats van Jeruzalem, is niet met zekerheid geweten. Hij heeft wel deelgenomen aan de kruistocht tegen de Albigenzen, de kathaarse heidenen in de Languedoc (Fr) tussen 1209 en 1214, het jaar dat paus Innocentius III hem de opdracht geeft het volk aan de Beneden-Maas op te roepen om op kruistocht te gaan. Op de Rijksdag in Aken van 1215 roept hij in naam van de paus de edelen op om het Heilig Land te heroveren, en ze trekken in 1217 massaal mee naar het oosten: 300 schepen vertrekken uit de Nederlanden richting Akko. Jan van Xanten is echter in 1220 terug in Neder-Germanië, want hij wordt deken in Aken. Maar hij blijft mannen ronselen voor de strijd tegen de moslims, vooral in Friesland.

Controleur van de paus
Op 21 november 1224 droeg de bisschop van Ostia, kardinaal Conrardus, gezant van de Apostolische Stoel, op grond van het gezag dat hij als legaat bezat, hem op een visitatie (inspectie) te gaan doen in de abdij van Stavelot en Malmedy, “zowel met betrekking tot het hoofd als tot de ledematen”. Deze abdij had erg te lijden van de schraapzucht van voogden en buren, en de monniken, net als die van Sint-Truiden, zochten een krachtig figuur om orde op zaken te stellen. Tegen alle kerkelijke geplogenheden wordt hij zelfs abt van de abdij van Deutz (Keulen): abt in twee abdijen was hoogst uitzonderlijk.

Gewiekst politicus

Jan van Xanten was ook een uitgekookt politicus hij zorgde ervoor dat Sint-Truiden verhuisde van Metz naar Luik
In 1227 verwierf het Luikse kapittel door een officiële ruil, tegen afstand van een eigen goed van Sint-Lambertus in Maidières, gelegen binnen het bisdom Metz, het recht dat de Kerk van Metz uitoefende binnen het bisdom Luik, namelijk over de helft van de stad van Sint-Trudo, “met volle heerlijke rechten en rechtsmacht en over de overige dorpen die over de Maas gelegen waren, met alle inwoners, zowel edelen en geestelijken als leken en elk recht dat zij bezat in de abdijen binnen het bisdom Luik”, lezen we in de Gesta Abbatum Trudonensium. Deze ruil werd bekrachtigd door de aartsbisschoppen van Trier en Keulen, door paus Gregorius, door Hendrik, graaf van Holland, door de koning van Alemannia en door de bisschoppen van Metz en Luik met hun kapittels. Jan van Xanten, even bescheiden als behendig, regelde de overdracht in enkele weken.

Ook de politiek werd in de stad “afgesproken”
Nog in 1227 bevestigde de bisschop van Luik, Hugo, dat in de stad van Sint-Trudo voortaan alles zou geregeld worden door de beslissing van veertien schepenen, van wie zeven van de bisschop, zeven van de abt. “Wanneer in de toekomst een schepenplaats vrij kwam, dan waren de overblijvende schepenen gemachtigd binnen de veertig dagen een geschikt persoon tot schepen te verkiezen. Indien zij evenwel zouden nalaten iemand binnen de vastgestelde termijn te verkiezen, dan mocht bisschop of abt, naar gelang de weggevallen schepen een van zijn mannen was, er een aanduiden”, staat in de Gesta. Politieke afspraken in Sint-Truiden: het is van alle tijden.

Malaria is noodlottig

Jan van Xanten overleed op 23 september 1228 na een abbatiaat van nauwelijks 7 jaar, een van de kortste in de geschiedenis van de abdij. De 67 abten regeerden over de abdij gedurende 1145 jaar, gemiddeld dus 17 jaar. Maar er waren ook abten bij die nauwelijks één jaar aan de macht waren.

De dood maakte een einde aan zijn rusteloos leven maar over de oorzaak en de omstandigheden is weinig geweten, enkel dat hij kort voor zijn dood onderhevig was aan “derdendaagse koorts”. Dat is een malaria-achtige infectie, veroorzaakt door de beet van een geïnfecteerde Anopheles-mug. Volgens een verloren gegaan handschrift uit 1717 van Eucherius Bormans zou hij begraven zijn in het schip van de kerk maar over zijn graf noch zijn grafschrift is iets geweten.

Mirakels en relieken

Geloof was een booming business in de middeleeuwen: graven van heilige mensen en miraculeuze relieken zorgden voor volk en inkomsten voor een abdij. Gebruikelijk was dat mirakels geënsceneerd werden. Het is bekend dat de bron in de abdij artificieel werd aangelegd vanuit de Cicindria. Een Engelse monnik, op bezoek in de abdij, wilde de financiële nood van abt Christiaan van Stapel lenigen en knutselde een nieuw mirakel in elkaar om de pelgrims met hun gulle giften weer te laten toestromen. Jan van Xanten was hier ook niet vies van.

In het begin van zijn abbatiaat, in 1223, ging in Hasbania, een dorp van het bisdom Luik, een vrouw bij de pastoor biechten: ze bekende dat ze in 1213 een gruwelijk heiligschennis had gepleegd. Ze had het Lichaam des Heren, de hostie, niet ingeslikt maar in drie doekjes gewikkeld in een muurspleet van een kerk verstopt. De bisschop werd erbij gehaald en toen men de hostie vond en de doeken verwijderde zag men drie druppels vers bloed verschijnen. Die bisschop riep de hulp van abt Jan van Xanten in: de kerk was nauwelijks een halve mijl van de stad verwijderd (was dat Sint-Pieter of Melveren? Guvelingen is dichterbij). De hostie zelf was aan de ene kant bloedrood en aan de andere kant spierwit. De bisschop wilde deze bloedreliek meenemen, maar Jan van Xanten zorgde ervoor dat 60 gewapende mannen hem dit beletten. Zij namen de hostie mee naar de kerk van de H. Trudo waar ze met de verschuldigde eer onthaald werd en in een kristallen houder geborgen. En meteen was de abdij een publiekstrekker en financiële steunrijker.

Korte regeerperiode, belangrijke beslissingen

Van Jan van Xanten kunnen we dus de volgende zaken onthouden:

  • Zijn regeerperiode was kort en verliep tijdens de Vijfde Kruistocht die hij zelf propageerde en waaraan hij ook deelnam
  • Hij kreeg van de paus de opdracht andere kloosters en abdijen te controleren en te inspecteren
  • Hij was abt van twee abdijen, Sint-Truiden en Deutz
  • Hij regelde de overgang van een helft van het machtsgedeelte van de stad Sint-Truiden van het bisdom Metz naar het Prinsbisdom Luik (de andere helft was in handen van de Trudoabdij)
  • Hij bracht orde in het stadsbestuur en maakte daarover ook bindende afspraken
  • Hij stierf op 22 september 1228 tijdens het zevende jaar van zijn abbatiaat.
  • Hij was de eerste abt met de naam Jan (Johannes), zijn opvolger Libertus gaf er op 6 mei 1332 al de brui aan na vier jaar, zes maanden en vijftien dagen.
  • Van Jan van Xanten zijn geen geschriften bewaard, wel over hem van de hand van Caesarius van Heistenbach (1180-1240, een tijdgenoot van Jan van Xanten dus.
  • In Suint-Truiden kreeg hij, vlak tegen de drukke N80, een laan naar hem genoemd: de Jan van Xantenlaan

 

 

Bronnen:

  • H. Kesters, Jan van Xanten, kruistochtprediker en abt van Sint-Truiden
  • Gesta Abbatum Trudonensium, in een vertaling van  dr E. Lavigne
  • Wikipedia
  • erfgoud.be – Sint-Truiden
  • Brabants Historisch Centrum (BHIC), 's Hertogenbosch

 

De Jan van Xantenlaan

Xanten in 1747.

De kruisvaarders (met Jan van Xanten) vallen de havenstad Damiata (Egypte) aan, zelfs met dorsvlegels

Paus Innocentius III

Romeinse haventempel in Xanten

Romeins theater in Xanten

Het perron of perroen was in het Luikerland van voor 1795 het symbool van stedelijke vrijheid: sedert 1362 staat het voor het stadhuis

De Jan van Xantenlaan