Socialisten willen vrijheden afschaffen
Als er één vrijheid is die men zou moeten afschaffen, dan is de vrijheid van spreken voor Conner Rousseau. Sinds zijn verblijf van enkele maanden in het zelf gekozen vagevuur na zijn criminele uitspraken over mensen van een andere kleur en afstamming, slaat deze socialist met wilde plannen en ideeën om zich heen. Nog geen twee weken na zijn stalinistische herverkiezing tot voorzitter, wil hij het rijk der socialisten uitbreiden door nu ook zijn greep op het vrij onderwijs te bewerkstelligen. “Het onderwijs is geen zaak van de kerk of de moskee”, fulmineert de rode god van de sossen.
Dat ze het Gemeenschapsonderwijs al op alle mogelijke manieren gepolitiseerd hebben (Niet rood? Geen vaste benoeming!), hierin ook lichtjes gevolgd door de liberalen, is ook meteen ook vloek die over deze overgesubsidieerde onderwijskoepel hangt. En meteen ook de dood van de kwaliteit van dat onderwijs. Alhoewel, er zullen inderdaad wel tal van gemeenschapsscholen zijn met een zeer goed onderwijsniveau. Maar de politici maakten van het beleid, zowel qua personeel als pedagogie, van die scholen wel hun favoriete speeltuin met een navenant bedenkelijk politiek niveau. En dan steekt het succes van het vrij onderwijs de ogen uit. Het marktaandeel van het GO! bedraagt nauwelijks 19 procent voor kinderen met leerplicht. Dat wil zeggen dat meer van 80 procent voor een vorm van het vrij onderwijs kiest. Met meer middelen en centen, met oneindig meer steun, met meer politiek slaagt men er niet in het vrije initiatief te kelderen. Dus, dan maar via de regeringsvorming een aantal ballonnetjes oplaten in de hoop dat er iets van blijft hangen. Trouwens, welke vrijheden gaat de masked singer nog aanvechten, buiten zijn eigen vrijheid om racistisch te schofferen? Na de vrijheid van onderwijs moet waarschijnlijk de vrijheid van godsdienst op de schop, en dan de vrijheid van verenigen, de vrijheid van … vrij te zijn. Zou Rousseau tijdens zijn fake bezinningstijd op retraite geweest zijn in Moskou? Zoiets gebeurt in democratisch België, en geen hond blaft ernaar, al zeker geen rode. Of was het weer zatte praat met een stuk in zijn voeten?