De Stayenmolen
De watermolen van Stayen: gered dankzij private investering
Als er één toponiem vaak gebruikt wordt in Sint-Truiden, dan is het Stayen. De Hel van Stayen, Hotel Stayen, Staaienhof, Hof van Stayen, voetbalstadion Stayen, shopping op Stayen, het rond punt van Stayen en de Stayenmolen. Allemaal namen die afgeleid zijn van het gehucht Staden, waar de Truienaars, op zijn Truiens, Stayen tegen zegden.
Vandaag vertellen we een woordje over de Stayenmolen, één van de belangrijkste molens van de stad (en de abdij), want in de “Kroniek van de Abdij”, een driedelige vertaling van de “Gesta Abbatum Trudonensium” door Truienaar Dr E. Lavigne (een aanrader voor wie van geschiedenis houdt) komt Stayen meer dan twintigmaal voor. Daarin wordt ze ook “Remigiusmolen genoemd door de abt Rodulfus II tijdens een conflict met de rentmeester van Stayen.
Toekomst en verleden in één gebouw
Sinds 2010 is de molen volledig gerestaureerd (in 2008 geraamd op 374.000 euro) en zelfs werkzaam: het is een pracht van een expositieruimte, ze levert groene (natte) elektriciteit en regelmatig wordt er nog gemalen. Het was de firma Lucas Creativ die in de stallen hun winkel maakten waar alles te vinden is voor zowel de kunstenaars als alle andere creatievelingen op allerlei domeinen. Deze firm zorgde voor de renovatie van de aangrenzende molen.
Een molen als ruilmiddel
Abt Adelardus (1055-1082) was de bouw-abt van de Trudo abdij. Naast de abdij en de abdijkerk, liet hij nog 14 kerken bouwen, onder andere in 1065 die van Stayen. Die kerk werd na de Tweede Wereldoorlog gesloopt. De Stayenmolen echter niet: die bleef draaien tot in 1980 door toedoen van molenaar Jozef Houwaer.
De Stayenmolen ligt, hoe kan het anders, aan de Molenbeek, nog goed voor een tiental andere molens. Staden was een zeer dunbevolkt gehucht. In de 18de eeuw woonden er slechts twee gezinnen, waaronder de molenaar. Dat zullen er zeker meer geweest zijn toen Adelardus er zijn kerk bouwde
In de loop der tijd werd de molen talloze keren gebruikt als onderpand, bij transacties, als “beloning” of smeergeld in de middeleeuwse business, want de abdij was vooral een economisch en politiek gegeven, op plaatselijk en internationaal niveau.
Remigiusmolen
Abt Rodulfus II (1108 – 1138) werd abt, na een tumultueuze en rampzalige periode van 10 jaar in de abdij, waarbij de abten mekaar afzetten, weer abt werden, dan toch vervangen werden: Lanzo, Lupio, Herman en nog een tweede Herman waren namen om niet echt fier over te zijn, ook al omdat de monniken zich niet neerlegden bij de beslissingen van de bisschoppen van Metz en Luik over de aanstelling van de abt en de goederen van de abdij verkwanselden. Rodulfus II vermeldt voor het eerst de naam Remigiusmolen. In zijn kroniek, die hij zelf schreef, staat dat omstreeks 1120: “De rentmeester van Stayen beweerde dat 12 penningen en 8 kapoenen van de Remigiusmolen hem toekwamen. Ik trad tegen hem op met het resultaat dat hij ons penningen en kapoenen liet”.
Huidig gebouw: 1865
Documenten spreken ook van de Stayenmolen in 1559 onder de prelatuur van abt Christoffel Blocquerye. De Kroniek vermeldt ook nog dat de molen in de vlammen opging op 7 februari 1654 onder abt Hubertus van Suetendael (1638-1663), die ook het kasteel van Nieuwenhoven liet bouwen.
In 1841, zo blijkt uit de kadastergegevens, was er “een goeden waterval, twee top draeiwerken en die paer molensteenen, waervan een uitsluitend voor het malen van mout in een groot en goed steenen gebouw met pannen gedekt”.
Het huidige gebouw dateert van 1865. Het molenhuis ie een hoog gebouw van drie verdiepingen in baksteen. Zowel het binnen- als het buitenwerk zijn nog aanwezig en de molen is momenteel maalvaardig en produceert bovendien elektriciteit (40 MWh/jaar).
Voor 1844 was Balthasar Coninx eigenaar en vanaf 1876 was het advocaat Vlement Cartuyvels en zijn kinderen. Pierre Houwaer kocht het in 1922 en zoon Jozef erfde de molen in 1950. Rond 1985 werd de beschermingsprocedure opgestart en afgerond in 1997. Het was de firma Lucas Creativ Nafco nv uit Meerhout die het pand kocht in 2003 en startte met de renovatie. De molengebouwen werden hersteld, de stallingrn uimden plaats voor parkingn het molenrad werd opengelegd
De molen kan je gratis bezoeken tijdens de openingsuren van
LUCAS CREATIV NAFCO N.V. Tiensesteenweg 204, 3800 Sint-Truiden. Ze is open van op maandag – zaterdag: 9u – 12u30 en 13u – 16u en op zon- en feestdagen: 10u – 12u30 en 13u – 15u.
Info bij Toerisme Sint-Truiden, Grote Markt | 3800 Sint-Truiden
info.toerisme@sint-truiden.be, T +32 (0)11 70 18 18
zij volgt gedwee haar bedding
van Halmaal naar Duras
precies alsof er eeuwenlang
niets meer veranderd was
ten tijde van Oranje
kreeg zij een bovenslag
en ging nabij de Stayenbocht
onstuimig overstag
haar drijfkracht joeg de molen
haar vloed stuwde het rad
tot men ten jare tachtig
de pal in ’t sluiswerk stak
een meier der provincie
werd door de plek bekoord
en bracht met kunst en kunde
weer leven in het oord
de vliet doorklieft als toen
de natuurstenen kom
en vormt vandaag voor kunstenaars
een inspiratiebron
©Jan Goffa – Stadsdichter Sint-Truiden