De BBB achterna?

Lang leve het platteland!

 

De Nederlandse BoerenBurgerBeweging, in het kort de BBB, heeft politiek Vlaanderen ook in beweging gezet. Blijkbaar wordt het platteland eindelijk belangrijk.

Sedert 1 januari 1977 waren quasi alle plattelandsgemeenten opgeslokt door een of andere grote stad. Gelukkig de Alkenaren, de Wellenaren, de Nieuwerkerkenaren en de Gingelommenaren die ontsnapten aan de verstikkende slokop die een stad wel is.

Zure oprispingen
Dat is nu bijna 50 jaar geleden, maar de fusieperikelen van toen zijn nog steeds niet verteerd.

Nog steeds kijkt men vanonder de kerktoren met boze ogen naar de stad omdat de grote markt geplaveid wordt met blauwe steen terwijl de gaten in het asfalt van de Dorpsstraat het wegdek aan een maanlandschap doen denken.

  • Nog steeds worden horeca, handelaars en neringdoeners in het stadscentrum in de watten gelegd terwijl dezelfde beroepsklasse het quasi zonder stedelijke financiering of steun moeten doen.
  • Nog steeds worden sporthallen en culturele centra in de stadscentra gebouwd, maar niet op de boerenbuiten, terwijl iedereen er toch met de auto naartoe gaat, ondanks de parkeerproblemen aan Lago.
  • Nog steeds is het voor de boerenbuitenbewoners een huzarenstukje om met het openbaar vervoer in de stad te geraken, laat staan om ermee, als het donker wordt, weer naar huis te gaan.
  • Nog steeds wordt het toerisme in het stadscentrum met alle middelen gepromoot, gefaciliteerd en in de schijnwerpers gezet. De monumenten in de deelgemeenten worden toeristisch stiefmoederlijk behandeld.
  • Nog steeds betaalt de buitenmens zich blauw aan parkeerkosten omdat hij voor alles en nog wat in de stad moet zijn: voor het Stadskantoor, voor de film of toneel, voor inkopen en grootwarenhuizen, voor een koffie of een hamburger, voor de bank, voor de ziekenkas, voor de post. Alles werd uit de boerendorpen weggetrokken en naar het centrum gefusioneerd.

Ik zou nog wel even kunnen verdergaan met lamenteren, de fusie is er nu eenmaal en terugdraaien gaat niet meer. Maar plots wordt het platteland interessant voor de politiek. Niet voor zijn bevolking, infrastructuur, mogelijkheden, natuur. Wel voor de stemmen! Maar wat heeft men in het verleden voor die stemmen geïnvesteerd? Hoe heeft de politiek de kiezer proberen te paaien? Met een dorp zonder bank, zonder winkel, zonder café, zonder post, zonder ziekenkas, zonder kerk, vaak zonder ontmoetingsplaats, zonder seniorenvoorzieningen zonder … u vult zelf maar in.

De BBB als voorbeeld
Met de Hollandse BBB zijn alle ogen nu plots op boerenbuitengericht. Elke partij lonkt naar het platteland, met de boeren voorop. Met 231 landbouwbedrijven in Sint-Truiden (cijfer van 2021) daalt het aantal jaarlijks, de oppervlakte landbouwgrond blijft echter constant: op 58,6% van Sint-Truiden is de boer de baas. Kort door de bocht: steeds minder fruittelers, steeds grotere bedrijven oftewel fruitteelt wordt fruitindustrie. Dat aantal stemmen is dus te verwaarlozen.
Maar wat men vergeet is dat meer dan de helft van de Truienaren NIET in de stad wonen, voor Hasselt en Tongeren geldt dat ook. Dat aantal is blijkbaar het witte konijn om dalende kiescijfers omhoog te krikken. Dat lukt niet met beloftes, wel met daden. Niet met hoorzittingen om de mensen te sussen maar met onmiddellijke actie. Jullie hebben nog anderhalf jaar.

En dan nog een goede raad: het platteland is meer dan boeren, dat zijn ook mensen met verwachtingen. Dus als je ervoor wil zorgen dat het platteland ook gaat stemmen op 23 oktober 2024, denk dan vooral aan de mensen en zorg ervoor dat de ideeën van de BBB niet alleen de belangen van de Belgische BoerenBond (BBB) worden maar een gemeende inzet om de levenskwaliteit op het platteland te bevorderen. Word dus een echte BBB: een Burger Beweging van de Buiten.