De Lenaertsstraat

Naar welke Lenaerts werd de Lenaertsstraat genoemd?

 

Er wonen in Sint-Truiden om en bij de 120 volwassen Lenaertsen, met of zonder ‘t’; met één ‘e’ of twee. Maar geen van hen gaf zijn of haar naam aan de Lenaertsstraat in Brustem want er bestaat namelijk een gouden regel in straatnamen: de belangrijkste reden om er een te krijgen is namelijk tot de overledenen behoren. Wie de Lenaertsstraat zijn naam gaf, is niet meer te achterhalen, tenzij deze bijdrage bij sommigen een belletje doet rinkelen.

 

Wat we wel weten is dat de Lenaertsstraat een gedeelte is van de middeleeuwse west-oost verbinding tussen de heirbaan in Brustem en Wellen via de Honsberg in Ordingen, Rijkel en Zepperen.

 

Vele verwante namen

De straat had in de loop der eeuwen verschillende namen. De gemeentelijke archieven spreken in 1300 van de Lonerstraat: “… een hofken, die ghelegen es aen die Loenre Strate.” Tot in de 16de eeuw zal men van de Lonerstraat spreken, de weg van Brustem naar Loon via Hoepertingen. In 1574 spreekt men dan plots over de “lenart strate”, in 1607 van de “Lennerstraet”; in 1614 van de Lenaert strate” en dat wordt in 1720 “opde Leonardt straete”. Vanaf dan valt de straatnaam in zijn goede plooi: “gaende aen die Leunaert Straete gaende naer die hijligh cruijs capelle” in 1770 tot Lenardstraet of -weg in 1845. Er ligt dus duidelijk een zekere Leonard of Lenaerts aan de basis van deze straatnaam. Maar welke? Wij weten het niet.

 

Twee dorpen

En of het nog niet genoeg was, al die tijd werd er nog een andere naam gebezigd voor de Lenaertsstraat, namelijk de Reensteenstraat. Hiervoor moeten we ver teruggrijpen in de Brustemse geschiedenis. Brustem was een tweeheerlijkheid: een dorp met twee bazen, en was dus verdeeld in het Onderste Dorp en het Bovenste Dorp. Die splitsing gebeurde in 1336. De helft van het stadje, met de burcht, kwam in bezit van de Graaf van Gulik, en de andere helft bleef Loons en werd later Luiks .De juiste afbakening tot waar het ene en het andere deel kwamen, kon nog niet achterhaald worden. Het Bovenste Dorp zou meer oostelijk liggen met het in 1923 afgebroken waterkasteel en het Kapelhof. Dat was het Gulikse deel van Brustem. Het Onderste Dorp omvatte de westzijde van de burcht en de kerk met de Singel en de Valkensteeg (nu Sint-Laurentius). Dat was tot 1342 Loonse bezit en nadien Luiks nadat het aan het Prinsbisdom verkocht werd. Een kaart van Brustem uit 1680 geeft aan de Lenaersstraat echter een andere naam: de Reensteenstraat. Hier zou een grote “reensteen” gestaan hebben.

 

Gesleur met de reensteen.

Een reensteen is een grenspaal in arduin. Het dorpsplan uit 1680 laat de Reensteenstraat lopen van het dorpsplein tot aan de “oude Luyckerbaan” Daar zou de reensteen gestaan hebben. Die verhuisde naar het schuttersraam van de handbooggilde Sint-Sebastiaan aan de beekkant, tussen de twee beken, de Hoogbeek en de Melsterbeek. Toen in 1963 de twee beken in dezelfde bedding gelegd werden, werd het ‘raem’ verkocht. Daarna verhuisde de schutterssteen. Nu ligt hij op de Singel achter het monument. Het is een steen, identiek aan de grenspaal uit Zepperen, die in Bokrijk een plaats kreeg. Een mogelijke scheidingslijn tussen de twee halfheerlijkheden zou kunnen gelopen hebben langs de Burchtgracht, de Singel, het Dorpsplein en de Reensteenstraat want in de gemeentelijke archieven lezen we dat “de straete naer Ordingen toe liep van het Bovenste Dorp langs het Onderste Dorp.

 

Ruzie

De nieuwe Luikse halfheer jonker Bruyninx wilde in 1610 in de voorburcht langs de Singel gaan wonen in de overtuiging dat het Luiks gebied was. De Gulikse halfheer Emond Huyn van Amstenrade protesteerde want hij was van mening dat het Guliks gebied was Nochtans stond op het schepenbankzegel van 1349 een afbeelding van bisschop Engelbert van der Marck als halfheer van Brustem. De ruzie stopte niet. Van Amstenrade liet in 1648 een windmolen bouwen aan de huidige Windmolenstraat: ze stond dicht bij de burcht maar op Luiks gebied in het Onderste Dorp. Na veel processen leidde deze ruzie tot de verplichte afbraak van de houten molen. Als men toen de grens tussen het Onderste en Bovenste Dorp niet kende, hoe zouden wij anno 2023 die grens nog fatsoenlijk kunnen vastleggen?

 

Lenert versus Lenaertsstraat

De overeenkomst tussen beide straatnamen is te frappant om onbestaande te zijn. Het gaat hier over dezelfde weg, de Lenertstraat in Ordingen en de Lenaertsstraat in Brustem: het verschil is een “a”. Tot aan de Tongerse Steenweg, de N79 waarvan de aanleg begon in 1804 en die in 1811 ingehuldigd werd, die in de 18de eeuw dus nog niet bestond, spreken we van de Lenaertsstraat in Brustem en vandaar, waar Ordingen begint, richting Zepperen, van de Lenertstraat in Ordingen. Sprak men in de archieven rond 1600 niet van de Lenart- en de Lennerstraat? Aan de Kruiskapel aan het kerkhof van Ordingen wordt dat dan de Kruiskapelstraat tot aan de Sint-Jozefkapel in Zepperen vanwaar men nu spreekt van de Kerselaarstraat. Vele namen voor één lange weg, die in feite een aftakking was van de Romeinse heirbaan Tienen-Tongeren. Maar naar welke Lenaerts de straat genoemd is, behoort nog steeds tot de duistere geheimen van de geschiedenis.

 

De Ferrariskaart (1771-1778) toont de verbindingsweg tussen Brustem en Wellen via Zepperen. Hij loopt ook over de landsgrens, want Zepperen en Hoepertingen waren een "enclave de Hollande",

Reageren? Aanvullingen? Verbeteringen? Positieve feedback? Via contact steeds welkom

De reensteen achter het monument op de Singel is de enige herinnering aan de Reensteenstraat. Maar wat doet de duidelijke aanduiding "St-Truiden erop?

 

 

 

Deze reensteen stond in Zepperen op de grens tussen Zepperen en Sint-Truiden, nu te bewonderen in Bokrijk waar hij dit jaar gerestaureerd zou worden.

 

 

 

De burcht, opgericht tegen het "gevaar" Sint-Truiden bepaalde de geschiedenis van Brustem.

 

 

 

 

De viersprong op de Honsberg aan de St-Jozefkapel, waar de wegen Brustem-Wellen en Zepperen-Hoepertingen mekaar kruisten