De vergeten burcht van Brustem
Burchtruïne van Brustem heeft 80 jaar gewacht op restauratie
De torenburcht in Brustem werd in 1170 opgericht door Lodewijk I, Graaf van Loon, als versterkte voorpost tegen de stad Sint-Truiden. De aanleg van de enorme wal of “singel” rond het dorp is het werk van zijn opvolgers. In 1178 werd de burcht ingenomen door Sint-Truiden en gedeeltelijk vernield. Hij was toen 8 jaar oud, en moest 1000 jaar wachten voor diezelfde Truienaren werk maakten van de restauratie.
Naar het einde van de 12de eeuw toe verloor Brustem zijn rol als militaire voorpost toen de Loonse graaf zelf de graaf van Duras en voogd van Sint-Truiden werd. In 1346 legden de Truienaren, in opstand tegen het prinsbisdom Luik, Brustem wéér in de as. Bij de slag van Brustem (1467) verschansten de verenigde Loonse en Luikse troepen zich in de burcht, maar werden ze alsnog verpletterd door het Boergondische leger van Karel de Stoute. De burcht zelf speelde naar verluidt geen echte rol in deze infanterieslag.
Duiventil, bouwmaterialen en bron van ergernis
In 1489 werd de burcht tijdens de vete van de familie van der Marck en Jan van Hoorn ingenomen en definitief ontmanteld. De toren werd ook een tijd lang als duiventil gebruikt. Naar verluidt zou omstreeks 1840 de torenhelft van de burcht naar de kerk toe zijn ingestort: “Onder geweldig gedruis alsof de wereld verging”. De volgende eeuwen werd de ruïne gebruikt als groeve (bouwmaterialen). De bewaarde ruïne geeft tot op vandaag nog een goed idee van het strak militair karakter waarvoor de torenburcht destijds werd opgericht. De ruïne van de achtkantige toren op een kunstmatige heuvel, omgeven door een slotgracht, bleef bewaard tussen de loofbomen en hoogstamboomgaarden. Een groot gedeelte van de burchtgracht is nog aanwezig, samen met de funderingen van de eerste vierkante toren op de voorburcht. De huidige kerk ligt binnen de wallen en vervangt de vroegere burchtkapel, die samen met de voorburcht in 1171 werd aangelegd. Van belang voor Brustem is het feit dat de oprichting van deze motteburcht de start betekende van een stedelijke ontwikkeling op deze plaats. Brustem kreeg reeds in 1175 een vrijheidskeure en de graaf van Loon begon met de aanleg van een heuse stadsversterking. Maar de nabijheid van het steeds groeiende Sint-Truiden maakte een einde aan die verstedelijking van Brustem.
Al 80 jaar beschermd, niks aan gedaan
De oude slottoren werd in 1956 beschermd als monument, vooral omwille van de artistieke en historische waarde. Het mooie landschap gevormd door de torenruïne, de kerk met kerkhof, de wallen en de omliggende boomgaarden, zijn deels beschermd als cultuurhistorisch landschap sinds 1956. Verschillende archeologische opgravingen vormen de rode draad in het lange proces van studies tot de uiteindelijke restauratie die in 2023 nog steeds bezig is.
Schuldig verzuim
De huidige restauratie is echter niet het eerste dossier dat er voor de middeleeuwse toren klaarligt. Bijna 80 jaar na de klassering gebeurde er niks aan de toren. Er kwam in de vorige eeuw wel een stelling rond het gebouw en generaties zagen de burcht nooit anders dan door steigers gestut. Er waren een paar zeer schuchtere pogingen maar de burcht werd nooit ten gronde aangepakt op het kappen van wat bomen na. Voor 1977 had Brustem er de middelen niet voor en na 1977 was de stad Sint-Truien meer met zichzelf bezig dan met de kerkdorpen. En de burcht verloederde verder, zo sterk dat men er zelfs de toegang toe moest ontzeggen.
Eindelijk…
Na talrijke studies, consolidatiewerken en archeologische opgravingen, werd in 2017 het beheersplan onroerend erfgoed: “Oude slottoren en omgeving” goedgekeurd. Eén van de hoofddoelstellingen van het beheersplan – de consolidatie van de torenruïne - om verdere aftakeling tegen te gaan, werd vertaald in een uitvoeringsdossier. In 2018 diende de stad Sint-Truiden een aanvraag in voor erfgoedpremie volgens de bijzondere procedure bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Het dossier kreeg voorrang omwille van de hoogdringendheid van de werken, waardoor in 2021 de werken aan de toren van start konden gaan. Geen dag te vroeg, wel vele jaren te laat door het schuldig verzuim van alle politici die in Sint-Truiden beleid voerden en niks aan de burchtruïne gedaan hebben … tenzij de ruïne verheerlijkt met loze beloftes.