Pauvre Bruxelles
Het is ver gekomen: een hoop vodden, met touw gestileerd tot menselijke figuren, zonder gelaat of emotie, moeten er op de Grote Markt van Brussel het kersttafereel uitbeelden.
Als er nu iets is dat alle gelovige gezindten samenbrengt, dan is het Kerstmis. Kwamen de Drie Wijzen niet uit het Verre Oosten en waren ze niet eersteklas heidenen? Waren de herders geen arme sloebers voor wie elk geloof op de schop kon, als er maar eten op de plank kwam? Dat tafereel van het kind in een stal, met os en ezel als chauffage en bezoekers van allerlei en zelfs rare pluimage, werd ons, christenen benijd door de ganse wereld maar meteen ook aanvaard door iedereen, welke god hij ook zou aanbidden … of niet. Kerstmis steeg als het ware uit boven het gelovige en vooral, het was voor iedereen een feest van blijdschap en verbondenheid, van vreedzaamheid en goedheid voor mekaar. Dat de commercie erop sprong zoals een hond op een frikadel namen we erbij als onnodig randverschijnsel.
Maar het kersttafereel op de Brusselse “Gruute Plosj” heeft alles in zich dat tegen een traditionele en bijgevolg normale kerst afzet. Geen emotie, geen bezieling, lelijk en vooral ontzettend duur: 56.000 euro heb ik me laten vertellen, betaald door een failliete regio die het wereldrecord “regeringsvorming” bracht op 541 dagen, een record dat elke dag scherper gesteld wordt en waar de politieke navelstaarders niet verder kijken dan hun tenen en hun eigen portefeuille.
“Kunst” zegt men dan. Is het dan zover gekomen dat men kunst enkel nog moet gebruiken om te schofferen? Niet meer om mooi te maken en te inspireren? Als dit onding in het rommelkot van Jan Hoet had gestaan, geen haan zou er naar kraaien terwijl de kunstwereld er een orgasme van kreeg. Maar als kerststal onder een vloekende maar wel traditionele kerstboom, betekent het niets terwijl het SMAK er wel ergens een plaats voor gehad zou hebben, hopelijk ook voor het ontwerp dat ik zelf maakte en gratis is te downloaden.
Wedden dat er volgend jaar een andere kerststal in Brussel staat en dat het kunstwerk van 56.000 euro ergens in een stadsmagazijn terechtkomt om er als huisvesting te dienen voor ratten en muizen. Als dit het resultaat zou zijn van de kunstzinnigheid van het Brusselse bestuur, heb ik maar één opmerking meer: ARM BRUSSEL! (pauvre Bruxelles, voor hen die enkel de taal van Molière machtig zijn). Wordt het dan niet tijd dat gedrocht (zonder de rand) cadeau te doen aan Wallonië, het zou ons een hoop ellende en geld besparen.